Onder de poolcirkel

Onder de poolcirkel (Sandnessjøen, Trondheim, Hamar 25 -31 mei)



De zon verdwijnt steeds verder achter de wolken. Met onze dunne jasjes aan is het net te doen. In de auto staat het dat het 14,5 graden buiten is. De smeltende sneeuw speelt de wind frisser.
We rijden verder. Binnen een half uur is het landschap van dennenbomen en loofbomen en bruinige aarde veranderd in een golvend koud wit landschap zonder enkele boom. De auto leest 3,5 graden af.

Daarom, dacht ik, gaan de ruitenwissers minder, alsof ze de snelle overgang niet aankunnen.



Een bord informeert dat we op de rand van de poolcirkel komen. Bij een informatiecentrum omgeven door dikke lagen sneeuw, die ruim anderhalf meter hoog zijn, vrijgemaakt voor auto’s en voetgangers, stappen we uit. We kopen een kaart en een knuffeltje, spelen even voor rijke toeristen. Sla echter de koffie en goede jassen waarnaar ik kijk over. Low budget is soms lastig, maar heeft zijn charme. Je zoekt de wereld buiten commercie meer op en ziet eigenlijk meer of kijkt beter.

We rennen naar de auto. Er komen twee motoren aan. Nederlands nummerbord! Schreeuwt mijn meid. Zelden zien we buitenlandse nummerborden, laat staan Nederlandse. Ik denk eraan hallo te zeggen. Meer door de zeldzaamheid ervan, dan dat het Nederlanders zijn. Ik besluit in geen sociale bui te zijn en rijd op de poolcirkel eraf, richting het zuiden.



We zijn in Sandnessjøen, zoals ik eerder al beschreef. Op het terras van onze host verwelkomt een prachtige zonsondergang ons. De roze, paarse, gele, oranje, rode, gouden gloed wisselt zich af. Mijn meid zegt dat het op lava lijkt.



De volgende dag gaan we wandelen. Achterin de auto zit in een kattenmandje het hondje van de host. Dit kleine hondje blaft meer en harder uit enthousiasme naarmate we de plek van bestemming bereiken. De hosts waarschuwden al, dat het hondje zou gaan blaffen.
We stappen uit. Mijn meid enthousiast. Eerst wat bangig toen we bij onze hosts aankwamen. Ze vindt hondjes wel leuk ergens, maar altijd wat bang voor geweest. Vooral als ze druk zijn, springen en al helemaal als ze likken. Samen zitten we voor de wandeling al een paar keer op de grond en went ze zo langzaamaan aan het hondje. Ze vindt het duidelijk ook leuk en boeiend. 



Het hondje wilt echter nauwelijks mee. We besluiten terug te gaan. Het hondje af te zetten en weer terug te gaan naar de bergen die de zeven zusters heten. Het weer is prachtig mooi. Mooie wolken en zonnestralen. Wolken die om de toppen van de berg gaan. De omhelzing strelend zien bewegen. Het doet mij denken aan hoe ik een omhelzing mis. 



Allerlei gele en witte bloemetjes spelen zich tussen de verse licht groenige grassprieten door. Het ziet er idyllisch uit. Net nog wild genoeg om mijn hart te bekoren. De riviertjes raken verliefd je oren. Ze blijven echter stromen en geen liefde wilt echter in mijn leven blijvend stromen.
Nooit genoeg zijn voor iemand om voor te vechten, voor iemand zijn grenzen over te gaan. Ik ga bergen over, verwilder mezelf in passie en zou alles vergeten om maar bij diegene te zijn . . . als ik 80 ben, zal ik nooit terugdenken aan mijn werk, een baan, een opdracht, een succes op dat gebied. Maar aan de liefde, de durf, de tranen, het reizen, de beelden die deze wereld mij geven en de blik van verliefdheid en mij willen op zijn gezicht. Rest is bijzaak, een tijdrovende vulling van het leven.



Op het grote balkon-terras praat ik met onze host. Soms herinnert ze mij aan een gevoeligere versie van mijn moeder. Ze inhaleert. We praten over van alles. Vooral het moederschap en schoolsystemen. Over eigenheid en vrijheid. Ook vertel ik over het verlies van mijn moeder. 
Ik kijk naar haar sigaret en hoor haar kuchen de dag door.

 Herinnerend aan waardoor mijn moeder overleed.

Ze zijn erg aardig. Haar man kan geen Engels, dus spreek ik weinig met hem. Hij lijkt sowieso niet zo'n spreker en zij heeft er duidelijk meer behoefte aan.
Haar dochter komt later met liefdesverdriet overvliegen. (Ik ben tegen het vele vliegen vanwege het milieu, maar onmogelijk even in Noorwegen naar je ouders of zo te gaan.)
Even bijkomen bij haar ouders. Ik zeg kort, dat ik het hoorde en inleef. Ook zeg ik dat ze zich shit mag voelen, dat dat oké is.
Het: kop op of het komt wel weer goed, is zo'n dooddoener van emoties en is eigenlijk alleen maar het niet accepteren en tijd geven aan verdriet en tijd geven om erdoorheen te komen.
 Steun en begrip is alles.

Ze speelt die avond nog Yahtzee met mijn meid.
We vertrekken de volgende dag en we zijn er altijd welkom. 



We verblijven weer bij ‘the gamers’ zoals mijn meid ze noemt. Met de main-host praat en discussieer ik over nationalisme, ouderschap en vrouw zijn. Dat laatste praat hij voornamelijk zelf over en besef me weer dat voor echt begrip het vaak mannen zijn die homoseksueel zijn of opgevoed zijn door alleen een moeder, die het vrouw-zijn zoveel meer begrijpen en respecteren.
  

We doen het rustig aan en maken een lange wandeling in het park. Indrukwekkend hoe hardlopers de paden omhoog en naar beneden rennen. Het uitzicht over de zee is prachtig, maar niet zo indrukwekkend als alles boven Trondheim.



De wegen vanaf Trondheim zijn beter en is voor het eerst enorm druk. Tenminste, vergeleken wat ik gewend ben in het noorden. Ik weet dat hoe verder weer naar Nederland hoe drukker en lelijker (luxer is soms lelijker) en saaier de wegen. Een soort harde ruis in ons bestaan.


Alles is groener en heuvelachtiger en wordt steeds glooiender. Toch mis ik de bergen en de kust enorm. Die combinatie is het mooiste wat er is. Het wildere past mijn hart beter.
Heerlijk verdwalen in de hoogte en laagte. Zoals het leven.


Alhoewel prachtig, lijkt het hier even later een heel lang stuk meer verlaten en meer houtkap bossen. Enkele iets luxere houten huizen lijken leeg. Klaar voor de zomervakantie?

Steeds denk ik: waarom weg van het noorden al gaan? Ik weet ook dat buitenzwembaden en meer zomer ook een must is voor mijn meid. Die al intens geniet van een eerste hommel of naaktslak die ze laatst zag.

De afwisseling van landen en natuur en al spreekt mij ook enorm aan. 



Ik kijk naar de twee naaktkatten die spelen naast mij met een dopje. De een is donkergrijs, met een heel dun vachtje en de ander bleek roze en totaal haarloos. Die is niet te aaien, hooguit beetje te masseren. Duidelijk vind deze het minder fijn aangeraakt te worden.

Ik denk aan mijn huid en hoe zijn handen daarover fijn voelen.


Op de deur staat: welcome to Hell. Mijn dochter herhaalt deze woorden als een evil villain steeds. Ze voelt zich gelijk thuis in deze gothic omgeving en wilt de beker met skeletten hand eromheen voor haar kraanwater. 

We hebben onze auto verderop gratis geparkeerd, na het uitpakken van alle spullen bij de deur, en lopen er weer terug heen. Onze host en zijn vriendin zijn erg aardig. Al snel speelt Sonic 2 op groot formaat, klein bioscoop formaat, op hun tv.

We slapen beter. Wellicht dat the Hell en het zwarte ons toch beter doen slapen.



Het regent buiten. Morgen vertrekken we alweer. Gaan de grens over naar Zweden waar we via via bij een moeder blijven, die sinds kort single is en ook vegan leeft. Dat laatste is soms even een verademing. Al merk ik wel hoe steeds minder oordelend mensen worden over veganisme en eigenlijk zelf steeds meer die kant op willen.



Dat gevoel tijdens een reis, zeker als je niet toeristisch reist en leeft, te willen blijven en te willen gaan tegelijkertijd, is zowel vermoeiend als verfrissend bevrijdend. Het maakt je gevoelig en krachtig tegelijk. Precies zoals ik dus ben.







Comments

  1. Mooi verhaal van vele in drunken. Day hebben wij ook met onze reis in Bosnie die we gedeeltelijk op de bonne voi doen. We houden ook een reis dagboek bij.

    ReplyDelete
    Replies
    1. Altijd mooier reizen, deels op de bonnefooi doen! Waar houden jullie dat bij? Lees graag een reisdagboek. Heel veel plezier, mooie en indrukwekkende indrukken wens ik jullie.

      Delete
  2. We schrijven ook een dagboek in een album. Ik zal dat inscannen en o.a. base you als pdf document opsturen.

    ReplyDelete
  3. Ik merk dat ook,enerzijds willen weggaan en anderzijds willen blijven. Denk elke reiziger; je bouwt in korte tijd een hechte vriendschap op en dan vertrek je weer.
    Maar op nieuwe onontdekte plekken wordt het iig niet slechter :-D

    ReplyDelete
    Replies
    1. Ja, soms, vooral bij langer reizen kan dat zelfs vermoeiend worden. Het is een vrijheid, maar soms ook een soort onrust erdoor. Wel verbleef ik veelal op mijn eerdere reizen soms echt een maand ergens, bij iemand. Langste was nu twee weken.

      Delete

Post a Comment

Popular posts from this blog

A very expensive coffee

The castle that wasn't

The night we slept in a gamme . . .